BLOG

Andere informele banksystemen voor vrouwen van níet-westerse origine (deel II)

door Hadassah Vorm

Omdat ik steeds meer te weten kom door zowel mijn achtergrond als onderzoek naar de relatie van vrouwen met geld en hoe dit zich verhoud tot vrouwen die vaak nog geen toegang hebben tot een bank-of leensysteem vanuit de overheid, ontdekte ik het volgende.

Er is in Nederland onderzoek gedaan ‘over het voorkomen en functioneren van Informele Spaar-, Leen- en Verzekeringsarrangementen (men noemt deze ISLVA’s) in ontwikkelingslanden. Veel onderzoeken zijn gedocumenteerd en in Nederland wordt veel gesproken over informele spaar- en leengroepen onder etnisch-culturele groepen.

Als vrouwen geen toegang hebben tot formele financiële diensten, nemen zij zelf – eventueel met hulp van derden – stappen om deze toegang te realiseren. En terecht.

Suriname

Uiteraard kwam men ook terecht bij de Surinaamse variant hierop: Kasmoni. In onderzoeken vergelijkt men dan altijd met andere etnisch-culturele groepen. Daaruit blijkt dat vrouwen van Surinaamse afkomst heel goed participeren op de arbeidsmarkt hier in Nederland (dit geldt trouwens ook voor mannen) en kennen ze een hoog/hoger opleidingsniveau.

Voor wat betreft Kasmoni zijn er 2 hypothesen over de oorsprong hiervan (bron: A. Bijnaar, 2002: 37).

Volgens de eerste hypothese hebben Afrikaanse voorouders de Kasmoni naar Suriname gebracht. Tijdens en na de afschaffing van de slavernij had de Afro-Surinaamse bevolking geen toegang tot de formele financiële sector. Daarom werd de Kasmoni gebruikt om aan de financiële vraag te voldoen.

De tweede hypothese is tegengesteld aan de eerste, omdat men eraan twijfelt of de tot slaaf gemaakten in staat waren om te sparen en te lenen; want de tot slaaf gemaakten beschikten over geen of heel weinig financiële middelen.

Daarom luidt de tweede hypothese dat de Kasmoni pas na de afschaffing van de slavernij van de tot slaaf gemaakten is ontstaan, toen de Afro-Surinamers als zelfstandige rechtspersonen konden deelnemen aan

het economisch verkeer (bron: A. Bijnaar, 2002: 38).

In Nederland neemt eén op drie van de Afro-Surinaamse vrouwen deel aan een Kasmoni. Grof geschat participeren minimaal 30.000 vrouwen in Nederland in Kasmoni’s, die (gelukkig) ook hun eigen culturele karakter in Nederland behouden hebben.

Turkije

In Turkije komen onder vrouwen ook informele spaar- en leengroepen voor. Deze staan bekend als Gün. Toen de geldeconomie zich verspreidde, veranderden de deelnemende vrouwen de spelregels van de Güns. Zij ontwikkelden een eigen vorm van financiële dienstverlening.

Tegenwoordig komt de Gün voor onder verschillende sociaaleconomische lagen van de bevolking. In tegenstelling tot de meeste vormen van ROSCA’s vinden de Güns hun oorsprong juist meer in de stedelijke Elite. (bron: Smets & Broekman, 1996)

Soedan

In Soedan zijn informele spaar- en leengroepen,de zogeheten ‘Sanduqs’, onder vrouwen wijdverbreid. Op het platteland, waar vrouwen geen toegang hebben tot de reguliere financiële sector, helpen zij elkaar via Sanduqs. (bron: Ali, 1998)/(bron: Atil, 2009)

Marokko

In Marokko komt het leeuwendeel van de informele kredieten van ‘moneylenders’ (42%). Daarna komt familie (16,4%) en vrienden (14,4%). Marokkaanse vrouwen op het platteland sparen (bijna) niet bij een reguliere bank, maar laten hun geld vaak thuis liggen, of nemen deel aan informele spaar- en leengroepen.

De geloofsovertuiging is het allerbelangrijkste motief: er mag geen rente gevraagd/betaald worden. (bron: Duflo & Jameel, 2008)

Iran

Op bazaars verstrekken ‘sarrafs’ informele kredieten. De traditionele communicatiekanalen op bazaars geven de kredietverstrekkers de noodzakelijke ‘zekerheden’ voor het verstrekken van deze leningen. Er wordt dan geld aan huishoudens maar ook aan bedrijfjes uitgeleend.

De kredietverstrekkers betrekken hun eigen financiering bij de reguliere banken. De hoogte van de rente hangt voornamelijk af van de reputatie- en kredietwaardigheid van de consumenten of ondernemers die geld willen lenen. (bron: Gahadassi, 2004)